In samenwerking met Heemkundekring Paulus van Daesdonck
HISTORIE KINDERTUINEN DE MOLENLEY.
HISTORIE KINDERTUINEN DE MOLENLEY.
Uniek
De Griekse wijsgeer Heraclitus meldde het al ongeveer 500 jaar vóór de huidige jaartelling: Verandering is het enige dat blijvend is. Veranderingen kunnen langzaam en haast onmerkbaar gaan, maar ook sneller of met grote gevolgen. De verandering van Heusdenhout van een landelijk kapeldorp tot woonwijk met ruime verkeersvoorzieningen en enkele industriegebieden was erg ingrijpend. Nagenoeg alles wat er eeuwenlang was verdween. Eén van de elementen die met de wijkvorming ontstond en al 35 jaar een begrip vormt is Kindertuinen De Molenley. Uniek in zijn soort. Kinderen de liefde voor de natuur bijbrengen, laten ervaren wat de aarde hen en ons kan opleveren aan planten, bloemen en groenten. Een mooie doelstelling en alleen mogelijk dankzij enthousiaste vrijwilligers. Naast de volkstuintjes, de plantsoenen en groenstroken vormen de Kindertuinen nog enige herinnering aan het eens zo ruime agrarische verleden van Heusdenhout. Annexaties en verstedelijking Het kapeldorp Heusdenhout en omgeving was van oudsher een agrarische gemeenschap op een zandige ondergrond met hoogten en laagten. In twee fasen verdween dit gebied onder de -nog steeds voortgaande- verstedelijking van de regio Breda. Aan de Teteringsedijk, al in historische stukken bekend in 1540, maar volgens kenners aangelegd in de twaalfde eeuw, nam de bebouwing vanuit de oorspronkelijke vesting Breda toe. Dat gebeurde ook aan de Tilburgseweg, die in 1822 werd aangelegd als tolweg naar Tilburg. Boerderijen verdwenen er later en steeds meer ʻburgersʼ kwamen pal aan de weg te wonen. Een verschijnsel dat aan alle belangrijke uitvalswegen van de voormalige vesting plaatsvond. Bij de annexatie in 1927 door de gemeente Breda bleef Heusdenhout geheel buiten schot. Per 1 januari 1942 echter werd het westelijke deel van Heusdenhout geannexeerd, evenals het dorp Ginneken. Dat deel behoorde niet langer tot de gemeente Ginneken en Bavel, maar werd gemeente Breda. Het overblijvende deel van de gemeente Ginneken en Bavel ging vanaf die datum verder onder de naam: gemeente Nieuw-Ginneken. Breda had behoefte aan nog meer ruimte. Een verdere annexatie bleef niet uit. Bijna twintig jaar later was het weer zover. Het overgebleven noordelijk deel van de gemeente Nieuw-Ginneken, het resterende deel van Heusdenhout, werd ondergebracht bij de gemeente Breda. Per 1 juni 1961 ging Nieuw-Ginneken verder als gemeente zonder Heusdenhout. De annexatie verliep nagenoeg geruisloos. De gemeente Nieuw-Ginneken meende namelijk dat men, door het ʻinleverenʼ van Heusdenhout, van de dreiging tot een nog verdere annexatie door Breda verlost zou zijn. Een ijdele hoop, zo bleek, want ondanks grote tegenstand verdween per 1 januari 1997 ook de gemeente Nieuw-Ginneken.
De gemeente werd opgedeeld. Een deel ging naar de gemeente Breda, het andere -meer landelijke deel- naar de gemeente Alphen en Chaam. Vaarwel agrarisch landschap Na de annexatie van1961 ging het snel bergafwaarts met het agrarische karakter van Heusdenhout. Boeren en tuinders verdwenen met hun gezinnen naar omliggende dorpen of stopten met hun bedrijf. Alle akkers werden opgeofferd aan de ʻnieuweʼ tijd. Ruime verkeerswegen met omvangrijke knooppunten, forse industrieterreinen en grotendeels eentonige woningbouw kwamen er voor in de plaats. Zelfs een zevental flatgebouwen van elk twaalf verdiepingen en een aantal lagere appartementencomplexen vormden voortaan mede het silhouet van Heusdenhout ʻDe locatie moest worden schoongeveegdʼ, meldt het historische deel van het huidige bestemmingsplan. Er bleven een aantal huizen en straten van vroeger over. Nagenoeg alle boerderijen en landbouwschuren verdwenen echter. De St. Annakapel uit 1518 mocht blijven bestaan en gelukkig ook Huize Weilust. De St. Annaschool werd gesloten. Deze werd niet opgeschaald, maar moest verdwijnen. Dit tot groot protest van de overblijvende bewoners. Er kwamen nieuwe scholen, katholieke basisschool Weilust per 1 maart 1970 en openbare basisschool Heusdenhout in 1971. Later zou die school als naam De Tweesprong krijgen. Het gebouw van de voormalige St. Annaschool kreeg een andere bestemming. Van het eens zo ruime en landschappelijke karakter bleef niets over. In die tijd was er nog totaal geen sprake van discussies over ʻhet niet te zeer aantasten van de dorpse uitstralingʼ, zoals die in Teteringen, Bavel en Ulvenhout plaatsvonden en nog vinden. Een gemiste kans. Gelukkig bleef hier en daar wat ruimte voor ʻstadsgroenʼ. Enige uitbundigheid mag u hiervan echter niet verwachten. Bovendien is er de laatste jaren van alles aan gedaan om het openbaar groen onderhoudsarm te maken, dat doorgaans verschraling betekent.
Van dorp naar stadswijk Zoals gezegd, boeren en tuinders die hun bedrijf wilden voortzetten, vertrokken. Hun kinderen en kleinkinderen vinden we veelal in diverse dorpen rond Breda en sommige van hun ouders gelukkig ook nog. Een aantal oorspronkelijke burgers verhuisden naar een andere wijk of dorp en Heusdenhout vulde zich met nieuwe bewoners en een groot aantal bedrijven.
De jeugd van het kapeldorp Heusdenhout was opgegroeid met de natuur. Zij zagen de boeren ploegen, zaaien en oogsten. Zij hielpen op de akkers en met het plukken van fruit. De cyclus van het dierenleven, het komen, verzorgen en gaan van dieren, was voor hen vertrouwd. De kinderen in de nieuwe wijk Heusdenhout misten die ervaring en beleving echter. In 1970 zag Wijkraad Breda-Oost het levenslicht. Het initiatief werd genomen door kapelaan Stuijk van de Michaëlparochie in samenwerking met Stef Hinfelaar, Jan van Overbeek en Freek Holleman. Stef Hinfelaar werd de eerste voorzitter en mevrouw Ton de Kleijn de secretaris. De raad werd actief op velerlei gebied. Onder meer werden er manifestaties georganiseerd in De Kapelhof, de nieuwe naam voor de tot gemeenschapshuis omgebouwde St. Annaschool, die eind zestiger jaren van hogerhand de deuren had moeten sluiten. Stef Hinfelaar nam uit Den Haag, waar hij eerder woonde, een geweldig idee mee: een cluster van kleine tuintjes voor de kinderen van de nieuwe wijk Heusdenhout. |
Kindertuintjes De Molenley Het vertrek van professionele agrarische activiteiten in de zestiger jaren van vorige eeuw veranderde het karakter van Heusdenhout geheel. Wat gelukkig wel werd aangelegd was een complex volkstuintjes aan de zuidzijde van de Aardenhoek. Het is een voor autoverkeer doodlopende straat. Aan de noordzijde bestaat er de mogelijkheid tot industriële activiteiten met gelegenheid om ʻbij de zaakʼ te wonen. Nagenoeg de gehele zuidzijde werd geschikt gemaakt voor volkstuintjes. Ook onder nieuwe bewoners zijn immers -gelukkig- mensen met 'groene'vingers. Het idee van de voorzitter van de wijkraad omtrent de realisatie van tuintjes voor kinderen kreeg in 1979 gestalte. Dat jaar werd de aanzet gegeven voor het opzetten van een vereniging en in 1980 was de officiële start van Vereniging Kindertuinen De Molenley. Stef Hinfelaar werd de eerste voorzitter van de vereniging. Wim Blokland kreeg de leiding over de uitvoering. Gerard Verhagen, de eerste bedrijfsleider van de nieuwe Albert Heijn-vestiging in Heusdenhout, nam van Stef het voorzitterschap van de wijkraad over. Kort na de start van de kindertuinen trad Paula Kessel toe. Zij hield zich vooral bezig met de begeleiding van kinderen en met het tuinencomplex. Overigens is Paula na ruim dertig jaar nog steeds zeer actief op dit terrein, nu ook als secretaris van de vereniging. Locatie De wijkraad onderhield een goede relatie met de toenmalige Dienst Beplantingen van de gemeente Breda. De gemeente was in 1979 nog van mening dat de kindertuintjes van Vereniging De Molenley het best konden worden gesitueerd aan de westkant van de eerder aangelegde volkstuinen aan de Aardenhoek.Dat is in de nabijheid van de begraafplaats Driesprong aan de Kameelstraat. Die begraafplaats behoorde aanvankelijk bij de -intussen gesloopte- kerk aan de Driesprong, toegewijd aan Onze Lieve Vrouw van Goede Raad. De wijkraad was het met deze mening niet eens. Als wijkraad had men het oog laten vallen op de huidige locatie aan de Weilustlaan om de kindertuintjes in te richten. Het gebied was -en is- heel mooi gelegen aan de Molenlei, het Leike, tussen de Weilustlaan en de oorspronkelijke Heusdenhoutsewg. Het betreft dat deel van de Heusdenhoutseweg, dat bij de aanleg van de Heerbaan werd omgevormd tot fiets- en voetpad. De kindertuintjes liggen er pal tegen de sportvelden van Hockeyvereniging Push. Daarnaast hadden bewoners van
de Gastakker bezwaar tegen de aanleg van de kindertuintjes op de door de gemeente voorgestelde locatie aan de Aardenhoek. Zeker de heer Sjef Langeveld van de Dienst Beplantingen, was het met het idee van de wijkraad eens. De gemeente draaide bij en richtte het oorspronkelijk voor de kindertuintjes beoogde terrein aan de Aardenhoek eveneens in als complex met volkstuintjes voor volwassenen. Vanwege latere ontwikkelingen verdween het toenmalige loop- en fietspad langs de begraafplaats dat uitkwam op de Achtervang en Hermelijnstraat. De twee thans bestaande complexen worden doorsneden door een noord-zuid georienteerd loop- en fietspad tussen Aardenhoek en Gastakker. Wandelt u er eens door en u waant zich tussen de volkstuinen even volledig in de vrije natuur, ver weg van een drukke bewoonde wereld. .Inrichting en eerste jaren Aanvankelijk waren de kindertuinen toegankelijk vanaf de -naast de eerdere Heusdenhoutseweg- aangelegde Heerbaan. De familie Stroop die er toen woonde was zo vriendelijk om de toegang tot de kindertuintjes mogelijk te maken via hun erf. Zelfs alle -toen eenvoudige- tuingereedschap kon men destijds opslaan in het schuurtje van de familie Stroop. Het bestuur van de tuintjes hield zich met name bezig met de contacten op ʻniveauʼ. Bijvoorbeeld met de gemeente, met subsidieverstrekkers en met de basisscholen in de wijk. Dat leidde wel eens tot afstand en spanning tussen het bestuur en de uitvoerenden van het complex. Laatstgenoemden meenden dat zij toch degenen waren die het ʻechteʼ werk deden.
Er werden twee notenbomen geplant, zaailingen van de notenboom van de heer van Geel. Stef Hinfelaar plantte er twee jonge kastanjebomen. Eén ervan werd later zodanig aangevreten door de geiten uit het naast de kindertuintjes aangelegde dierenparkje, dat het boompje het niet overleefde. Ook een berk werd er geplant, afkomstig van de buurman. Stef Hinfelaar -voorzitter- meldde zich jaarlijks bij de openbare basisschool De Tweesprong en de katholieke basisschool Weilust om deelnemers te werven. Leerlingen van toenmalige 5e klassen -nu is dat groep 7- werden enthousiast gemaakt. Thans worden de kinderen van de groepen 4, 5, 6 en 7 uitgenodigd om deel te nemen. Doorgaans zijn er 30 deelnemers. Paula geeft aan dat er zelfs een jaar is geweest met ruim 70 deelnemende kinderen. Voorzieningen
De bereikbaarheid van het tuinencomplex vanuit de wijk verbeterde in 1981 aanzienlijk door een brug over het Leike, vanaf de Weilustlaan. Met name Gerrit Dammer, wijkbewoner en gemeenteraadslid, zette zich daarvoor in. Gerrit was werkzaam bij de toenmalige machinefabriek Backer en Rueb. Met zijn deskundigheid en tegen betaling van de materiaal- en vervoers- kosten werd de brug gerealiseerd. Het was een leerproject van de toenmalige vakschool voor metaalbewerkers van de machine-fabriek Backer en Rueb. De toegang via het erf van de familie Stroop was na de plaatsing van het bruggetje niet meer nodig en ook hun berging niet. Er kwam een tweedehands keet van het Waterleidingbedrijf, afkomstig uit Zevenbergen. Deze werd door vrijwilligers eigenhandig gedemonteerd, vervoerd en opgebouwd op het complex. Later, in 1989, kwam er een betere keet, afkomstig van het Jeugd- en jongerencentrum in Breda. Deze keet werd in vier delen aangevoerd en geplaatst. Deze voorziening is nog steeds in gebruik. Een vrijwilliger van het eerste uur is Robert Brosky, hij nam later het voorzitterschap van de kindertuinen over. Jaarlijkse cyclus Van begin af aan heeft de heer Baremans het terrein omgeploegd op de ouderwetse manier. Met het omploegen en eventueel bemesten begint in het voorjaar een nieuw kindertuinenjaar. Geen tractor met een vijfschaar erachter, maar een eenvoudige enkelschaarploeg getrokken door een Belgische knol. Dus elke voor - of vore- wordt afzonderlijk geploegd. Hij doet het tegenwoordig nog, maar heeft geen eigen paard meer en huurt er voor de gelegenheid eentje in. |
Maar ploegen alleen is niet genoeg, het veld wordt daarna verder geprepareerd. Paula vertelt enthousiast: "De maten van de paadjes en van de kindertuintjes, 5 bij 2 meter elk, worden uitgezet. Dan volgt het paadjes lopen, aarde aantrappen en de wals er over trekken. Werk voor vrijwilligers." Al jarenlang zorgt Paula elk nieuw jaar voor een ander zaadplan. Ze toont een respectabel aantal van die plannen met als oudste versie een lijst uit 1984. Paula kent het klappen van de zweep en die uitdrukking is zeker op zijn plaats. Zij leerde het tuinieren immers van haar vader en hij was zadelmaker. Boven dien kon hij goed omgaan met tuigpaarden en de koets en won hij menige wedstrijd voor aangespannen paarden. De zaadplannen van Paula laten onder meer als bloemennamen zien: goudsbloem, zinnia's, aster, strobloemen, zomerviolier, lupine, zonnebloem, phlox, leeuwebekje, ridderspoor, dahlia, ganzenbloem.de eerste zaadjes zijn al plantjes
die uitdrukking is zeker op zijn plaats. Zij leerde het tuinieren immers van haar vader en hij was zadelmaker. Bovendien kon hij goed omgaan met tuigpaarden en de koets en won hij menige wedstrijd voor aangespannen paarden. De zaadplannen van Paula laten onder meer als bloemennamen zien: goudsbloem, zinniaʼs, aster, strobloemen, zomerviolier, lupine, zonnebloem, phlox, leeuwenbekje, ridderspoor, dahlia, ganzenbloem. Als groenten noemen de zaadplannen namen als: andijvie, boterbonen, tomaat, (ijsberg)sla, rode biet, ui, raapsteel, radijs, prinsessenboontjes, selderij, peterselie, bieslook, spitskool, venkel. De kinderen zaaien de zaadjes op de aan hen toegewezen akkertjes op de tijden die door de leiding worden aangegeven. De vruchtbare aarde, lucht, zonlicht en regen laten alles groeien en trots kijken de kinderen naar de opkomst van hun plantjes. Dan volgt een periode van onkruid wieden en planten geleiden. Daarna komt er loon naar werken. Mooie bloemen en gezonde door henzelf geteelde groenten, volkomen biologisch. Met de vruchten van hun ʻlandjeʼ kunnen ze thuis aankomen. Aan het eind van het seizoen is er een ludieke afsluiting op het kindertuinencomplex met kinderen, ouders, begeleiders en vrijwilligers. De kinderen ontvangen daarbij een certificaat van hun activiteiten bij De Molenley. In het najaar als groenten en bloemen grotendeels de weg naar hun ouders hebben gevonden wordt het veld weer winterklaar gemaakt. Alle restplanten worden verwijderd. Momenteel zijn er 30 kinderen in drie groepen. Naast haar dagelijks werk begeleidt Paula Kessel een groep vrijdag. Het is vanzelfsprekend dat er biologisch getuinierd wordt. De kinderen wordt eerbied voor de natuur bijgebracht en genieten van hetgeen groeit en bloeit. Ze zijn soms verwonderd, maar vooral trots op hetgeen ze zien en beleven, ruiken en oogsten in hun eigen tuintje.
Andere activiteiten
Enkele jaren na de start werden de activiteiten aan de Weilustlaan uitgebreid. Er kwam een dierenweide. Er waren zelfs plannen voor het houden van bijen. Maar, kun je planten nog eens zonder toezicht laten groeien, met dieren is dat totaal anders. Er moet dagelijks toezicht zijn, ook in vakanties, verzorging met eten en drinken is zeer regelmatig nodig.Bovendien ligt vandalisme aan de voorzieningen op de loer, evenals verkeerd voedsel en het ʻplagenʼ -of nog erger- van dieren. Permanente zorg en consequent handelen is een eerste vereiste bij de omgang met dieren. Noodgedwongen is de dierenweide dus opgeheven. Zelfs is een deel van het terrein nu ʻopgeofferdʼ aan de uitbreiding van hockeyvereniging Push. In het kader van de activiteiten van vrijwilligers is er eerder een film vervaardigd, die in een uitzending op de televisie is vertoond. Ook heeft, in mei 2005, Alexander Pechtold, huidig landelijk partijleider van politieke partij D66, kennis genomen van de activiteiten van Kindertuinen De Molenley. Hij was toen tevens minister van Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties en bezocht in de Haagse Beemden een stand van Kindertuinen De Molenley. Voortgang unieke activiteit Tijden veranderen en menige vereniging merkt dat. Om een unieke voorziening als de kindertuinen te laten functioneren zijn vrijwilligers nodig. Natuurlijk ook kinderen. Paula memoreert nogmaals het jaar met wel 70 deelnemende kinderen.Tegenwoordig werken vaak beide ouders. De tijd dat de ouders met de kinderen mee kwamen naar hun tuintje is al even voorbij. Bovendien zijn er ook voor kinderen de nodige afleidingen bij gekomen. Denk alleen al aan het aantal digitale mogelijkheden die kinderen weghouden van buitenspelen, van bewegen en dus ook van het beleven van de natuur. Om de vereniging goed te laten functioneren zijn meer vrijwilligers nodig. Er is voldoende werk voor hen, zowel op het bestuurlijke vlak als wat betreft de dagelijkse uitvoering op het tuincomplex. Het is ten slotte een heel unieke gelegenheid om kinderen uit de omgeving intensief in contact te brengen met de natuur in de gezonde buitenlucht Periode 2015 - 2020
Stand van zaken kindertuinen periode 2015 - 2020 -BSO is na 8 jaar afgehaakt in 2016.. -Koken met kok Luc in 2018, combinatie van tuinieren, koken en proeven met eigen groenten byvoorbeeld salade maken, pizza maken, pannenkoeken bakken en vuurtje stoken op de coox. Het koken maakt veel indruk op de kinderen, ze onthouden dit goed -Werven van kinderen op de scholen in de klassen . -Inbreng Norbert Kalker van Surplus, wijkwerker / netwerker. Inmiddels hebben we weer 30 deelnemende kinderen, voorheen gemiddeld 20. Aantal vrijwilligers is weer toegenomen. -Supertrots dat we nu 40 jaar oud zijn, toch gehaald ondanks de crisisjaren. -Oudvoorzitter Stef Hinfelaar heeft zijn comeback gemaakt als huidige voorzitter, en is inmiddels weer 3 jaar actief, dit is wel zeer byzonder. . . |